Dag De Baere koos ervoor om via het programma van Teach for Belgium de sprong naar het onderwijs te maken. Hij geeft les op het Koninklijk Atheneum in Antwerpen.
De intellectuele en de sociale uitdaging
“In het middelbaar zei ik wel dat ik leerkracht wilde worden, maar tijdens mijn studie vond ik onderzoek dan weer heel leuk. Na mijn stage op de onderzoeksdienst en de educatieve dienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, wist ik zeker dat ik iets met dat educatieve wilde doen. Ik vind het heel leuk om wetenschappelijke kennis te vertalen naar andere mensen en hun interesses en denk graag na over hoe je dat goed kunt overbrengen. Wat ik exact wilde doen, wist ik nog niet. Toen kwam ik Teach for Belgium tegen en dat was de combinatie die ik zocht. Ik had ook die sociale uitdaging nodig, niet enkel de intellectuele. Teach for Belgium is een leiderschapsontwikkelingsprogramma. Ze zoeken mensen die een impact willen hebben op het onderwijs in grootstedelijke context. Ze bieden je twee jaar ondersteuning aan waaronder vijf weken fulltime training, drie trainingsweekends per jaar en per maand één observatie van een coach in de klas. Op die manier begeleiden ze je doorheen het schooljaar. Je start samen met een heel aantal andere deelnemers, samen vorm je een cohorte waar je ook veel ondersteuning van krijgt.”
“Teach for Belgium is geen lerarenopleiding. De organisatie reikt extra werktuigen aan en het bouwt verder op de fundering van de lerarenopleiding met een specifieke focus op scholen met veel kansarme leerlingen. Het geeft ook de mogelijkheid om gerichter in grootstedelijke context te gaan denken en meer in te gaan op de praktijkervaring. Tijdens de zomer geef je al 3 weken les, alles wat je daar leert zet je onmiddellijk om in de praktijk. Dat geeft toch een grotere zelfzekerheid bij het begin van het schooljaar. Bijna tegelijkertijd ben ik met een LIO*-traject (*leraar in opleiding) gestart. Bij Teach for Belgium worden alle CV’s gebundeld en gestuurd naar de scholen waarmee ze samenwerken. Scholen zijn vrij om die mensen te contacteren en wijzelf als deelnemers contacteren ook heel veel scholen. Ik ben op die manier begonnen bij het Koninklijk Atheneum van Antwerpen waar ik wetenschappen geef.”
“Lesgeven, de lerarenopleiding en het programma van Teach for Belgium, dat was een pittige combinatie. Het meest intensieve tijdens mijn traject was het lesgeven zelf. Door de lerarenopleiding kwamen er taken bij en ik moest zelf ook naar de les gaan natuurlijk. Maar Teach for Belgium bezorgt je geen extra werk. Er zijn wel de trainingsweekends en de observaties door je coach, maar er is geen administratie aan verbonden. Je blikt samen terug op de les om te bekijken waar je aan wilt werken. Er is alleen maar leerwinst aan verbonden doordat je bijvoorbeeld eens een andere techniek probeert. Dat is een concrete stap die je kan nemen om beter les te geven. Daarnaast reflecteer je over jezelf nadat je les gegeven hebt. Doordat je het met iemand kan bespreken, is het antwoord vaak heel simpel en zie je al snel hoe je het anders had kunnen aanpakken. Na twee jaar Teach for Belgium, loopt het programma af. Vanaf dit schooljaar ben ik alumnus en blijf ik deel uitmaken van een groot netwerk dat elkaar ondersteunt. Teach For Belgium helpt haar alumni ook om verder te gaan voor een carrière met impact. Zo hopen ze om via dit netwerk op lange termijn de onderwijsongelijkheden te kunnen verminderen.”
Ik zie mezelf meer als een coach
“Ik geef vaak nog heel klassiek les. Daar is niets mis mee, bij doceren ligt het leerrendement namelijk heel hoog. Als we echter kijken naar de toekomst en ons afvragen wat jongeren moeten kunnen, is het belangrijk om er actief over na te denken. Vaak zijn we als leerkrachten geneigd om de info te geven, maar leerlingen moeten leren om eigenaarschap op te nemen, om bronnen te raadplegen, … Ik probeer verschillende zaken uit. Werkt het minder goed, dan probeer ik volgende keer iets anders.”
“Dit schooljaar moet ik niet meer verkennen. Ik ben thuis in de leerstof en de methodes die ik wil gebruiken. Nu wil ik beginnen met de vernieuwing. Ik ga op zoek naar een werkwijze die zowel voor de leerlingen als voor mij verrijkend is, maar waarbij de leerstof op een andere manier gegeven wordt. Ik wil vooral focussen op begeleid zelfstandig leren en differentiëren, zodat leerlingen het gevoel hebben dat ze tijd hebben om aan iets te werken tot ze het kunnen en dat ze niet moeten blijven hollen om mee te kunnen.”
“Bij mijn leerlingen is de diversiteit heel groot, dat vind ik heel leuk. Er is veel veranderd aan de dynamiek tussen leerkracht een leerling. Je moet een band met hen opbouwen. Leerkracht en leerlingen willen samen ergens geraken. Ik zie mezelf in deze context meer als coach dan als docent. Met de leerlingen van vorig jaar heb ik nog een heel goede band. Dat had ik niet verwacht in een grote stad als Antwerpen.”
De succesverhalen en de horrorverhalen
“Mijn advies aan startende leerkrachten: Probeer te experimenteren om te weten te komen wat jij comfortabel vindt en trek je niet teveel aan van de structuur errond. Door dingen te proberen kan je dingen veranderen in een school, leer je jezelf beter kennen en kan je ontdekken wat voor leerkracht je wil zijn. Actief reflecteren over wat je doet in de klas en met de leerlingen is hetgeen ervoor gaat zorgen dat je een betere leerkracht wordt op kortere tijd.”
“Het is ook belangrijk om te luisteren naar de succesverhalen in plaats van naar de horrorverhalen. De horrorverhalen zijn zo zeldzaam, maar ze lokken veel emotie uit. Ga op zoek naar de succesverhalen. Als ik zelf meer positiefs zou vertellen over mijn job, zouden anderen gemotiveerder zijn om in Antwerpen les te komen geven. Ik geef alvast een aanzet. Ik organiseer met de leerlingen uit het derde jaar een project ‘Chemistry on stage’. Ik vraag mijn leerlingen altijd waarom ze de show willen doen. Eén van hen had opgeschreven: ‘om te bewijzen dat niet alleen witte mensen aan wetenschappen kunnen doen’. Dáár doe ik het voor! Op dat moment merk je: hier zit zoveel in, dat moeten we er nú uithalen!”